13 eigenschappen van een goede taaldocent:
‘Een goede taaldocent verbreedt
je blik op de wereld’
Een goede taaldocent luistert en stelt vragen. Hij reageert snel en weet dat iedere student en iedere groep verschillend is.
Een goede docent is empathisch en weet zich goed te verplaatsen in de student en in de klas.
Hij is geduldig en zal nooit het geduld met een student verliezen. Hij gaat op zoek naar nieuwe strategieën om erachter te komen welke uiteindelijk het beste werkt.
Een goede docent heeft hoge verwachtingen. Hij legt de lat voor de studenten steeds hoger en daagt ze uit om het beste uit zichzelf te halen. Tegelijkertijd is een goede docent ook menselijk en respecteert hij de ander.
Hij verbreedt je blik op de wereld.
Een goede docent heeft niet altijd een vaste agenda. Hij is flexibel, hij experimenteert en is zelfverzekerd genoeg om op veranderende omstandigheden te reageren en zichzelf en de les erop aan te passen.
Een goede docent is georganiseerd. Hij bereidt zich goed voor op de lessen.
Een goede docent heeft gevoel voor humor. Hij weet grappen te maken om het ijs te breken. Dit maakt de les aantrekkelijker voor de studenten, waardoor ze mee willen doen en uitkijken naar de volgende les.
Hij creëert leuke, energieke lessen. Hij is creatief genoeg om lessen voor te bereiden die de aandacht trekken van studenten en ervoor zorgen dat ze terug willen komen.
Een goede docent heeft een positieve houding. Een positieve houding is belangrijk in het leven, zeker wanneer je lesgeeft.
Hij is vrolijk en sympathiek.
Ten slotte heeft een goede taaldocent plezier tijdens een les. Dat is belangrijk voor de student én voor zichzelf.